1942

historische context -> 1942

De opmars stokt
In de eerste weken na de Duitse inval in Rusland verliep de opmars voorspoedig. Maar
de Duitse legers konden dit tempo niet volhouden. De Russische weerstand nam toe
omdat de omvang en kracht van het Rode Leger schromelijk waren onderschat. Bovendien
verschilden Hitler en de Duitse Generale Staf van mening over de inzet van de strijdkrachten, en werden de bevoorradingsproblemen steeds groter. Dit alles leidde ertoe dat de verwachting moest worden bijgesteld dat de Russen voor het einde van 1941 verslagen zouden zijn. Heeresgruppe Nord rukte nog op tot Leningrad. Heeresgruppe Mitte geraakte tot aan de poorten van Moskou en Heeresgruppe Süd bereikte Kiev.

Tijdens de ‘raspoetitsa’ (tijd van de slechte wegen) in de lente en herfst waren de Russische wegen onbegaanbaar.

Tijd van de slechte wegen (‘raspoetitsa’)

De temperatuur zakt
Vanaf half oktober diende zich een nieuwe vijand aan: het weer. De temperaturen daalden en hevige herfstregens tijdens de ‘raspoetitsa’ veranderden de onverharde wegen in onbegaanbare modderbanen. Dit bemoeilijkte de bevoorrading nog verder. Eind november doken de temperaturen onder het vriespunt. In de maanden die volgden, zakte de temperatuur tot 52 graden onder nul en werd het de strengste winter in 140 jaar.

De Duitse soldaten waren niet gekleed op deze lage temperaturen en leden bittere kou. Bovendien had de extreme kou tot gevolg dat staal kromp en smeerolie bevroor, waardoor wapens en voertuigen dienst weigerden. Daarnaast verslechterde de situatie voor de Duitsers door twee internationale oorzaken. Een Russische spion in Japan meldde Stalin dat de Japanse regering, ondanks een verbond met Duitsland, had besloten Rusland niet aan te vallen voordat Moskou was gevallen en in Siberië een burgeroorlog was uitgebroken. Stalin besloot hierop de twee miljoen in Mantsoerije gelegerde troepen van Maarschalk Zjoekov terug te trekken en in te zetten tegen de Duitsers. Daarnaast verklaarde Duitsland in december 1941 de oorlog aan de Verenigde Staten.

Eind 1941 had Heeresgruppe Nord Leningrad omsingeld en liep de frontlijn van Schlüsselburg 1 aan het Ladogameer in noordoostelijke richting tot Kirischi 2 aan de Wolchow. En vanaf Kirischi in zuidelijke richting evenwijdig aan de rivier de Wolchow tot aan Novgorod, noordelijk van het Ilmenmeer. Vanaf Staraja Roessa ten zuiden van het Ilmenmeer maakte de frontlijn een oostelijke boog tot het Selingermeer.

defensive_pincers_in_battle_of_volkhov-1

Bron: Wikipedia.org

De vuurdoop
Stalin was er alles aan gelegen om Leningrad zo snel mogelijk te ontzetten. Op 13 januari 1942 viel het Russische elite 2de Shockleger onder aanvoering van Luitenant-Generaal Vlassov bij 50 graden onder nul in noordwestelijke richting aan tussen Novgorod en Tschudowo 3. Het doel was om via Jamburg door te stoten naar Narva en de Finse Golf, om zo de bevoorradingslijnen van het 18. Leger af te snijden. Verse Russische eenheden zouden dan het dunbezette Wolchowfront voor de poorten van Leningrad kunnen vernietigen, omdat volgens de inschatting van de Russen zowel het 18. Leger als de andere Duitse eenheden nauwelijks over reserves beschikten.

Medio januari hadden de Russen een gat van twintig kilometer breed in het Duitse front geslagen op de grens van de sectoren van de 126. en 215. Infanteriedivisie. Eind januari waren ze al ruim negentig kilometer in noordwestelijke richting opgerukt. Het Duitse 18. Leger trok in allerijl troepen samen om de Russische doordraak af te grendelen.

Het Vrijwilligerslegioen loste begin februari 1942 de 20. Infanteriedivisie af aan het Wolchowfront. De regimentsstaf en het hoofdkwartier namen hun intrek in huis nr. 38 in Selo-Gora. De zeventien kilometer lange frontlinie van ‘Nederland’ had de vorm van een vishaak, met van noord tot zuid de dorpjes Gluchaja-Kerestje, Pjatilipy, Gusi, Selo-Gora, Gorenka en Ossija. De belangrijkste taken van het legioen waren het openhouden van de wegen, stoottroep- en verkenningsacties en het aanleggen van bunkers.

knuppeldamOntoegankelijk terrein
Het Wolchowfront dankte zijn naam aan de rivier Wolchow, die vanuit het noorden van net Ilmenmeer bij Novgorod naar Rechnikov stroomde, en daar uitmondde in het Ladogameer. In het overloopgebied tussen beide meren mondden 42 stromen en stroompjes uit in de Wolchow. Het gebied werd gekenmerkt door ondoordringbare bossen met dennenbomen, berken, elzen en populieren, en sponsachtige, ontoegankelijke moerassen met hier en daar een dorpje met houten huisjes.

Het oerlandschap was eigelijk volledig arschongeschikt voor oorlogsvoering. Omdat het gebied vrijwel ontoegankelijk was voor voertuigen, verplaatsten soldaten zich over de spaarzame paden en door pioniers en Organisatie Todt aangelegde knuppeldammen (weg/pad van tegen elkaar aangebonden boomstammen). Verdedigingslinies bestonden uit ‘straten’ van houten bunkers waarvan de schootsvelden op elkaar aansloten. Het was er in de eerste maanden van 1942 met 50 graden onder nul bitterkoud en er lag een pak sneeuw van een meter hoog.

Vrijwel meteen na aankomst sneuvelden de eerste Nederlanders in een hinderlaag bij Gusi. In de weken die volgden, sneuvelden bijna dagelijks soldaten als gevolg van Russische aanvallen, artillerie, sluipschutters, zuiveringsacties en het opruimen van boomstamversperringen die de bevoorrading lam legden.

Erika Schneisse
erika_schneisseDoor de vastberadenheid van de Duitse eenheden aan de noord- en zuidkant van het Russische Wolchowbruggenhoofd, waaronder de 2. SS (gemotoriseerde) Infanteriebrigade met de vrijwilligerslegioenen van Nederland en Vlaanderen en de Spaanse 250. (Blauwe) Divisie, konden de Russen niet verder uitbreken. Vanaf eind februari voerde Hitler de druk op om het bruggenhoofd te vernietigen. Omdat troepen en reserves ontbraken om frontaal aan te vallen, beval Heeresgruppe Nord de noordelijke en zuidelijke kaken van de ‘tang’ om het bruggenhoofd te sluiten op de plaats waar de Russen in januari waren doorgebroken. Dit open terrein met een oppervlakte van een paar honderd vierkante meter stond bekend als ‘Erika Schneisse’. Half maart werd ‘Erika’ veroverd door Spanjaarden en Vlamingen. Stalin weigerde daarop botweg de ingesloten Russen te hulp te komen, waardoor hun enige optie was om zich over ‘Erika’ in zuidoostelijke richting terug te trekken. Eind maart hadden de Russen daartoe weer een corridor van 1,5 kilometer open gevochten.

Dooi
In diezelfde periode begon de temperatuur te stijgen. De dooi veranderde wegen in modderbanen en stond er soms wel een halve meter smeltwater in loopgraven en bunkers. Met de moed der wanhoop probeerden de Russen week na week tevergeefs de kaken van de Duitse tang verder open te duwen. Van Goede Vrijdag (3 april 1942) tot Eerste Paasdag (5 april 1942) werd extreem hard gevochten rond Gusi en Pjatilipy. Vooral het Eerste Bataljon van het legioen kreeg harde klappen. Met het verder stijgen van de temperatuur kwamen de muggen, die het leven in het moerassige Wolchowgebied tot een hel maakten.

In de eerste week van mei veroverden Duitse troepen ‘Erika’ terug. Terwijl de uitgeputte en hongerige Russen ‘Erika’ met honderden tegelijk, en golf na golf, bleven aanvallen, ploegden Duitse kanonnen en mortieren het bruggenhoofd systematisch om. Daarmee ging een nieuwe fase in het Wolchow-offensief in: het vernietigen van de ingesloten Russische eenheden.

Uitreiking van onderscheidingen.

Uitreiking van onderscheidingen.

IJzeren Kruisen
Op 1 april 1942 werd de door zijn gedrag in ongenade gevallen Oberführer Reich als commandant van ‘Nederland’ vervangen door Obersturmbannführer Arved Theuermann. Begin juni verplaatste het Vrijwilligerslegioen de frontlinie vooruit naar de spoorlijn Novgorod – Leningrad. Bospaden werden aangelegd, wouden werden uitgekamd, schootsvelden werden vrijgemaakt en mijnen werden geruimd. Het legioen werd weer op sterkte (3.000 man) gebracht door de instroom van leden van de Weerbaarheidsafdelingen van de NSB onder aanmoediging van Mussert en het toevoegen van etnische Duitsers uit Noord-Sleeswijk. Er heerste tevredenheid en er werden achttien IJzeren Kruisen Eerste Klasse en 158 IJzeren Kruisen Tweede Klasse uitgereikt aan de vrijwilligers. Relatieve rust en acties tegen groepen partizanen en ingesloten Russische eenheden bij het Tessowkoje-moeras, Porchov en Staraja Roessa, wisselden elkaar af.

Half juni nam het Nederlandse legioen samen met het Vlaamse legioen en de Spaanse 250. (Blauwe) divisie deel aan het offensief om de omsingelde Russische troepen te vernietigen. Eind juni had ‘Nederland’ grote aantallen Russen gevangen genomen en grote hoeveelheden voertuigen, wapens en uitrusting buitgemaakt. De inname van Mal-Samosje was een van de laatste aanvallende acties van de Nederlanders in het Wolchowgebied.

In de eerste zes maanden sneuvelden ruim driehonderd vrijwilligers.

In de eerste zes maanden sneuvelden ruim driehonderd vrijwilligers

Op 28 juni 1942, de laatste dag van het Wolchow-offensief, roemde de commandant van het 18. Leger, General Georg Lindemann, in zijn dagbericht de dapperheid en uithoudingsvermogen van onder andere de Nederlanders gedurende vijfenhalve maand van bloedige gevechten onder de zwaarste omstandigheden. Begin juli werd ‘Nederland’ afgelost en trad een periode van lichte dienst en rust in rond Selo-Gora en Gorenka. De soldaten werden verder opgeleid, er was aandacht voor de gezondheid van de manschappen en uitrusting en wapens werden hersteld.

Leningrad
In juli 1942 werd het commando over het Vrijwilligerslegioen foto-stadovergenomen door Obersturmbannführer Josef Fitzthum, tot dan toe commandant van het Vlaams Legioen. Aan het eind van die maand werd het legioen verplaatst naar de noordelijker gelegen regio Krasnoye Selo aan de zuidwestkant van de insluitingsring rond Leningrad. Daar losten de Nederlanders begin augustus het Vlaams Legioen af en namen ze zo’n tweeënhalve kilometer frontlijn over. Het legioen was ver onder de sterkte en kon niet veel meer kon doen dan de insluitingsring gesloten houden.

Heeresgruppe Nord wilde in augustus 1942 de allesbeslissende aanval op Leningrad inzetten (operatie Nordlicht), maar een Russisch tegenoffensief bij het Ladogameer (Sinyavino offensief) gooide de Duitse plannen door de war. De troepen die klaarstonden voor het offensief werden ingezet om de Russische aanval af te slaan. Begin september waren de Russen ruim negen kilometer diep in de Duitse linies doorgedrongen voordat de opmars kon worden gestopt. Eind september gingen Duitse troepen in de tegenaanval en medio oktober hadden de Duitsers al het verloren gegane terrein weer heroverd. In de maanden oktober tot en met december 1942 lag het Vrijwilligerslegioen roerloos aan het front.

Voetnoten

  1. Sjlisselburg (Rusland)
  2. Kirisji (Rusland)
  3. Tsjoedovo (Rusland)